April 16, 2024

In Nederland staat al een superbatterij… op wielen

Stel je voor dat alle elektrische voertuigen die op dit moment in Nederland rondrijden, hun batterijen bundelen om samen één grote virtuele batterij te vormen: een krachtige superbatterij op wielen, waarin we overtollige wind- en zonne-energie op kunnen slaan op de momenten dat het moet. Op andere momenten, laden we ze op halve kracht of wachten we gewoon helemaal even met laden: voertuigen als flex assets voor de energiebedrijven en netbeheerders.

Dit gaat niet over het kunnen terugleveren van auto’s naar het grid; het gaat over het opladen van de auto's op de momenten dat dit het slimst is. We hebben het dus (nog) niet over wat in de energiewereld een Virtual Power Plant wordt genoemd. We hebben het erover om de batterijen die nu al op vier wielen rondrijden, in te zetten als gebundelde ‘microbatterijen’ in het hele grote grid. Waar je stroom in kan opslaan als het net te vol zit.

Samen kunnen al deze batterijen dan zorgen voor een sterke, flexibele schil in het overvolle stroomnet: zware energievragers die kunnen helpen om het stroomnet te ontlasten - of zich juist even inhouden als het net daarom vraagt. Zo vormen ze eigenlijk zoiets als ‘eendirectionele’ superbatterijen of gridbatterijen - maar dan met software gecreëerd en gedistribueerd over het hele energienet - desnoods internationaal.

Op die manier slimmer omgaan met onze stroom, hoeft geen toekomstmuziek te zijn. De technologie om laadpunten en voertuigen decentraal aan te sturen aan de hand van de vereisten van het lokale stroomnet, bestaat reeds. Stekker doet dit al.

De kunst is: digitale toegang krijgen tot het voertuig of het laadpunt, en die aansturen op een manier die bevredigend is voor alle betrokken partijen.

Zijn gridbatterijen dan de oplossing?

Soms wordt getwijfeld of er op dit moment juist gridbatterijen nodig zijn, of dat er andere oplossingen nodig zijn zoals slim laden via elektrische voertuigen. Het antwoord is het laatste.

Want in heel Nederland rijden nu ongeveer een half miljoen elektrische voertuigen rond. Dat betekent een ‘virtuele batterij op wielen’ die alleen al in 2025 ongeveer 25GWh groot is. Terwijl de grootste ‘superbatterij’ van Nederland in Lelystad nog niet de 0,05 MWh aantikt. Bovendien zal de virtuele batterij van alle elektrische voertuigen samen alleen maar groter worden en voor blijven lopen op alle gridbatterijen samen.

Hoewel de technologie voor gridbatterijen niet 1-op-1 uitwisselbaar is met die van auto’s (de vereisten zijn nou eenmaal anders), concurreren ze wel met elkaar. De supply chain van gridbatterijen kampt met dezelfde tekorten als die van de auto-industrie: de grondstoffen zijn schaars, de productielijnen, technologie en mankracht voor opschaling nieuw en onderontwikkeld.

In de VS worden gridbatterijen het meest toegepast, en toch stond de teller voor totaal geïnstalleerd vermogen aan gridbatterijen op ‘maar’ 8GWh. Terwijl er in dat jaar alleen aan 70Gwh aan batterijen in elektrische voertuigen werd verkocht!

Gridbatterijen lijken dus voorlopig een druppel op een gloeiende plaat: belangrijk in de toekomst, maar op dit moment kunnen we beter gebruikmaken van de batterijen die nu al op vier wielen rondrijden.

Gedecentraliseerde flex assets

Voor Nederland ligt er nu een kans om EV-batterijen op een slimmere manier in te zetten, omdat Nederland qua EV-adoptie ver vóórloopt op de rest van de wereld. Het aansturen van elektrische voertuigen betekent op deze manier het kunnen aansturen van distributed flex assets: je hebt er alleen software voor nodig! En soms een nieuwe SIM-kaart in een laadpaal: een investering die een stuk kleiner is dan de aanschaf van een hele grote batterij van kostbaar materiaal.

Dat consumenten nu worden opgeroepen hun laadgedrag aan te passen of een app te installeren om slim te laden - is uiteindelijk geen oplossing voor de lange termijn. Want daarmee wordt een potentiële flex asset in de handen gelegd van consumenten. En dat is niet waar een robuust energiesysteem van de toekomst op kan varen.

Er is een manier zijn om de virtuele batterij die alle elektrische voertuigen samen vormen in 2025 flexibel in te kunnen zetten - en dat is via slim laden: pieken van zonnestroom opvangen, of meehelpen de steeds groter wordende stroomvraag op juiste manieren af te vangen.

Slim laden via standaarden

Het is op dit moment het beste om slim te laden via de laadpalen, want de connectedness van auto’s laat nog te wensen over: auto’s hebben vaak nog geen mogelijkheid om te verbinden met het internet en op die manier laadinstructies te ontvangen.

Sommige van de grootste merken hebben op dit moment hun auto’s verbonden, maar zijn ook allemaal opnieuw het wiel aan het uitvinden wat betreft slim laden en laadplanningen - of ze bieden alleen level 1 slim laden aan.

Het kost tijd voordat alle voertuigen en laadpunten verbonden zijn aan het grotere net en flexibel samen kunnen werken via standaardprotocollen. Niet alle voertuigen zijn al connected, API’s zijn vaak niet publiek toegankelijk voor derden. Dit soort zaken zijn blokkades op weg naar een meer geïntegreerd systeem.

Maar wanneer de laadpunten eenmaal online zijn toegevoegd aan het flexibele netwerk, kunnen ze eenvoudig als flex asset worden ingezet. Het is dan van belang dat de locatie van het laadpunt in het stroomnetwerk bekend is - en dat er informatie over de eventuele netcongestie op die plek beschikbaar is. Door die twee stuks informatie op elkaar af te stemmen, kan de batterij in het voertuig eenvoudig worden ingezet als V1G* flex asset. (*V2G staat voor Vehicle-to-Grid - een term die aangeeft dat het voertuig zowel energie kan afnemen als terugleveren. Dat is vandaag nog geen optie om opgeschaald te worden. V1G - waarbij auto’s alleen strategisch geladen worden - is dat wel.)

Er zijn veel stappen nodig om dit verder te integreren. Maar dat we voertuigen vandaag al als flex assets kunnen inzetten, is evident.